VIDEO: Bekijk alle goals uit Nederland-België Vroege tegendoelpunten nekken Panthers Konden de Red Panthers de nummer 1 van de wereld het vuur aan de schenen leggen? Na een uur hockey kon je uitdrukkelijk “ja” zeggen op die vraag. Al moesten onze Belgische hockeyvrouwen wel al snel achtervolgen. De Nederlandse Matla stond op de goede plek om de 1-0 na vijf minuten binnen te tikken. Ook in het tweede kwart viel er een snel doelpunt te noteren. Panthers-doelvrouw Elodie Picard stond nog maar goed 23 seconden in haar doel, toen ze door Felice Albers werd geklopt. Al doen ze Nederland wel nog wankelen in 3 kwart De kopjes gingen ondanks die dubbele achterstand niet naar beneden. Integendeel zelfs. De Red Panthers speelden een bijzonder sterk derde kwart en zorgden met een strafbal voor de aansluitingstreffer: 2-1. De gelijkmaker hing zelfs heel even in de lucht. Het was echter Nederland dat aan het langste eind trok. In het laatste kwart zetten onze noorderburen met Caia van Maasakker een stafcorner om. Wedstrijd gespeeld. De Red Panthers konden zich zo niet plaatsen voor de finale, maar ze kunnen wel met opgeheven hoofd de strijd om de derde plek aanvatten. Dat duel staat zondag op het programma. Barbara Nelen: “We hebben Nederland doen twijfelen en dat is een grote stap voor ons. Ik denk dat wij de hockeywereld getoond hebben dat we lef hebben en durven spelen. We hebben gewoon goed gespeeld tegen Nederland. Vroeger zouden we gewoon verdedigen, maar nu speelden we mee.” “We gaan er nu alles aan doen om die derde plaats en die medaille te pakken. Dat we er in Tokio niet bij zijn? Dat is heel pijnlijk. Als ik kijk naar onze ploeg dan denk ik dat we daar wel een plaats verdienen.” Emma Puvrez: “We voelen dat we meer en meer kunnen doen tegen de sterkere landen. We staan ook niet voor niets in die halve finale. De laatste maanden hebben we heel veel bijgeleerd. Dat hebben we ook laten zien en dat is heel positief.” Barbara Nelen: “Hockeywereld getoond dat we lef hebben” Emma Puvrez: “We voelen dat we meer en meer kunnen doen tegen sterke landen”
