De Belgische atletiekdelegatie is teruggekeerd van het Europees kampioenschap in hal met 5 medailles: 2 gouden, 2 zilveren en 1 bronzen. Hebben onze landgenoten gewoon een fijne dag gehad of is er meer aan de hand? Dat laatste zeiden sportjournalisten Maarten Vangramberen en Hans Vandeweghe maandagavond tegen De Tribune.
“5 medailles waren misschien vooraf als haalbaar ingeschat, maar we hadden er andere namen op gezet. Ik zou bijvoorbeeld de Tornados op de 4×400 een medaille hebben toegekend”, zegt Maarten Vangramberen.
“Maar Isaac Kimeli kreeg een plak, ook voor Elise Vanderelst en voor Noor Vidts was dat niet onmogelijk. En dan heb je natuurlijk een topper als Nafi Thiam. Alleen hoogspringer Thomas Carmoy is een verrassing.”
Er is geen enkele verklaring voor dat succes. Een aaneenschakeling van goed doordachte beslissingen, beter doordachte structuren en meer zelfvertrouwen bij de atleten leidt tot betere prestaties.
Vangramberen: “Het is niet dat we opeens een super gestructureerd atletiekland zijn geworden, maar je merkt wel een evolutie in de filosofie.”
“Zo is de filosofie van Sport Vlaanderen veranderd. Vroeger was het een top-8 plaats op een EK. Nu is dat top 8 op een WK.”
“Bovendien worden de financiële middelen flexibeler ingezet. Als we talent hebben in een bepaalde discipline, zoals Merel Maes in het hoogspringen, dan gaan de gelden daarheen.”
“ Vorig jaar is een speerpuntenbeleid opgezet met focus op disciplines als allround (Nafi Thiam), polsstokhoogspringen (met de inmiddels geblesseerde Ben Broeders), speerwerpen en de halve fond (800 en 1500 meter) met Isaac Kimeli. bijvoorbeeld., en de estafetteteams. De lat wordt hoger gelegd. “
“Ook belangrijk en iets wat me bij vorige kampioenschappen opviel: de branie van onze jonge atleten. Ze zijn zelfverzekerder. Ze zijn meer aan elkaar gehecht en steunen elkaar. Op die manier is er een echt wij-gevoel in geslopen waarin atleten duwen elkaar naar voren. “
